Rekenen boek B, blok 2

Rekenen boek B, blok 2   

Oriëntatie op de getallen;  

We verkennen de getallen rij tot 60. We gaan getallen koppelen aan de getallenlijn, stukken getallenlijn invullen en verder- en terugtellen. We oefenen tellen met sprongen van 2 en 5. De structuur van de getallen t/m 20 krijgt ook aandacht. De kinderen leren 1 tiental en wisselende eenheden op verschillende manieren te combineren. Bv. 10+6=… en 6+10=… maar ook 16=10+… en 16=…+6. We werken met een vol rekenrek; 20 kralen. 

Splitsen, optellen en aftrekken t/m 10 

We hebben veel aandacht voor het automatiseren van de splitsingen en het optellen en aftrekken t/m 10. De splitsingen van 8, 9 en 10 krijgen speciale aandacht. Ook het aanvullen tot 10 (7+…=10) komt aan de orde. Vlot kunnen aanvullen tot 10 is voor het verdere rekenen tot 20 en tot 100 erg belangrijk. Er is aandacht voor de omkeereigenschap (5+2=7; 7-2+5).  

Geld, tijd en meetkunde 

De kinderen oriënteren zich op de begrippen oppervlakte en omtrek. Dit middels de weitjes voor dieren van de kinderboerderij. Omtrek is in dit geval het aantal hekjes om de wei, oppervlakte het aantal dieren dat in een wei past. Daarnaast maken de kinderen kennis met verhoudingen: hoe vaak past het kleine weitje in de grote wei?